Krijgt je kind voorrang bij de aanmelding of inschrijving in een Nederlandstalige school in Brussel? Op deze pagina vind je informatie over de voorrang voor:
Broers, zussen en kinderen van personeel
Waar geldt deze voorrang?
- het kleuter- en lager onderwijs
- het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs
- het buitengewoon basisonderwijs
- het buitengewoon secundair onderwijs
Wie heeft voorrang?
Eerst hebben broers en zussen voorrang die ook kinderen van personeel zijn, daarna de andere broers en zussen en ten slotte de andere kinderen van personeel.
Broers en zussen
Heb je al een kind op een Nederlandstalige school in Brussel en wil je een broer of zus inschrijven in dezelfde school? Dan heb je voorrang op die school. Het gaat om:
- broers en zussen (met 2 gemeenschappelijke ouders) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
- halfbroers en halfzussen (met 1 gemeenschappelijke ouder) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
- kinderen die op hetzelfde adres wonen, maar geen gemeenschappelijke ouder(s) hebben
Kinderen van schoolpersoneel
Werk je op een Nederlandstalige school in Brussel? Dan heb je voorrang als je je kind inschrijft in de school waar je werkt. Je komt in aanmerking voor de voorrang als je een contract hebt van meer dan 104 dagen.

Welke documenten?
Om je voorrang te bewijzen, heb je deze documenten nodig:
- Attest van gezinssamenstelling
- of de identiteitskaart
- van de broer of zus die al naar de school gaat
- en/of van het personeelslid van de school
Hoe inschrijven?
De procedure voor broers, zussen en kinderen van personeel verschilt afhankelijk van het onderwijsniveau:
- In het kleuter- en lager onderwijs en in het buitengewoon onderwijs: broers, zussen en kinderen van personeel schrijven in, vóór alle andere kinderen.
- In het 1ste leerjaar secundair onderwijs: broers, zussen en kinderen van personeel melden online aan, samen met alle andere kinderen. Ze hebben wel voorrang op de andere kinderen.
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:
Leerlingen met minstens één Nederlandstalige ouder
Waar geldt deze voorrang?
- het kleuter- en lager onderwijs (65%)
- het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs (65%)
- het 2de tot en met het 7de jaar van het secundair onderwijs (55%)
- het buitengewoon basisonderwijs (55%)
- het buitengewoon secundair onderwijs (55%)
Wie heeft voorrang?
Leerlingen met minstens één ouder die genoeg Nederlands spreekt. Zij krijgen voorrang voor 65% van het totaal aantal plaatsen in het kleuter-, lager en 1ste leerjaar van het secundair onderwijs.
In de hogere jaren van het secundair onderwijs en in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs, hebben deze leerlingen voorrang voor 55% van de plaatsen.

Welke documenten?
Om te bewijzen dat je als ouder genoeg Nederlands spreekt, heb je twee soorten documenten nodig:
- Een bewijs van je kennis van het Nederlands. Dat kan via een van de volgende documenten:
- een Nederlandstalig diploma van minstens secundair onderwijs
- een Nederlandstalig getuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad secundair onderwijs of een gelijkwaardig Nederlandstalig studiebewijs
- een bewijs dat de ouder minstens een niveau Nederlands B2 heeft: een studiebewijs van een school of een niveau-attest van het Huis van het Nederlands
- een SELOR-attest van ‘voldoende kennis’ van het Nederlands, of hoger
- een bewijs dat de ouder 9 jaar regelmatig les heeft gevolgd in het Nederlandstalig lager en secundair onderwijs (een attest van de scholen)
- Een bewijs van de relatie tussen de ouder en de aangemelde leerling, via een van deze documenten:
- een kopie van de kids-ID
- of een kopie van de geboorteakte
- of een attest van gezinssamenstelling (uittreksel uit het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister)
Hoe inschrijven?
De procedure voor leerlingen met minstens één Nederlandstalige ouder verschilt per onderwijsniveau:
- In het kleuter- en lager onderwijs en in het buitengewoon onderwijs (met aanmelding): deze leerlingen melden aan, samen met alle andere kinderen. Ze hebben wel voorrang bij de verdeling van de plaatsen.
- In het 1e leerjaar A en B van het secundair onderwijs: deze leerlingen melden aan, samen met alle andere kinderen, maar hebben voorrang bij de verdeling van de plaatsen. Let op: je kan deze voorrang niet combineren met de voorrang voor leerlingen die vanaf de start van de leerplicht Nederlandstalig basisonderwijs gevolgd hebben. Kom je in aanmerking voor beide voorrangen Nederlands (Nederlandstalige ouder en Nederlandstalig basisonderwijs)? Dan moet je één van beiden kiezen bij de aanmelding. Krijg je bericht dat je gekozen voorrang is afgekeurd? Dan kan je nog kiezen voor de andere voorrang Nederlands. Pas dit aan in je dossier tot 21 april 2023 (16 uur) en duid de andere voorrang Nederlands aan. Wil je je dossier nadien nog wijzigen? Contacteer dan de helpdesk van het LOP Brussel Secundair Onderwijs.
- In de hogere jaren van het secundair onderwijs en in het buitengewoon onderwijs (zonder aanmelding): deze leerlingen moeten inschrijven tijdens de inschrijvingsperiode waarin zij voorrang hebben. Nadien hebben ze geen voorrang meer.
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:
Leerlingen die vanaf de start van de leerplicht Nederlandstalig basisonderwijs gevolgd hebben
Waar geldt deze voorrang?
Deze voorrang geldt alleen in het 1ste jaar van het secundair onderwijs.
Wie heeft voorrang?
Leerlingen die vanaf de start van de leerplicht steeds les gevolgd hebben in een Nederlandstalige basisschool in Vlaanderen of Brussel, krijgen voorrang voor 15% van de plaatsen. Meer informatie over de leerplicht.
Welke documenten?
Je hebt geen documenten nodig om deze voorrang te bewijzen.
Hoe inschrijven?
In het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs meld je je kind aan tijdens de aanmeldingsperiode. Je geeft bij de aanmelding aan of je tot de voorrangsgroep behoort.
Kom je in aanmerking voor beide voorrangen Nederlands (Nederlandstalige ouder en Nederlandstalig basisonderwijs)? Dan moet je één van beiden kiezen bij de aanmelding. Krijg je bericht dat je gekozen voorrang is afgekeurd? Dan kan je nog kiezen voor de andere voorrang Nederlands. Pas dit aan in je dossier tot 21 april 2023 (16 uur) en duid de andere voorrang Nederlands aan. Wil je je dossier nadien nog wijzigen? Contacteer dan de helpdesk van het LOP Brussel Secundair Onderwijs.
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:
Leerlingen met een GOK- of niet-GOK-profiel
Waar geldt deze voorrang?
- het kleuter- en lager onderwijs
- het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs
Wie heeft voorrang?
GOK staat voor ‘gelijke onderwijskansen’. In sommige scholen is er voorrang voor leerlingen met een GOK-profiel (‘GOK-leerlingen’). In andere scholen is er voorrang voor leerlingen met een niet-GOK-profiel (‘niet-GOK-leerlingen’)
Je kind is een ‘GOK-leerling’ als
- de moeder van het kind geen diploma secundair onderwijs heeft
- of als het gezin een schooltoeslag kreeg in 2021-2022 of 2022-2023.
Je kind is een ‘niet-GOK-leerling’ als
- de moeder van het kind minstens een diploma secundair onderwijs heeft
- en als het gezin geen schooltoeslag kreeg in 2021-2022 en 2022-2023.
Waar heb je voorrang?
Er is voorrang voor ‘GOK-leerlingen’ in scholen waar er minder GOK-leerlingen zitten dan gemiddeld in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. GOK-leerlingen hebben hier voorrang tot maximaal 20% van het totaal aantal plaatsen. Niet-GOK-leerlingen hebben hier geen voorrang.
Er is voorrang voor ‘niet-GOK-leerlingen’ in scholen waar er meer GOK-leerlingen zitten dan gemiddeld in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Niet-GOK-leerlingen hebben hier voorrang tot maximaal 20% van het totaal aantal plaatsen. GOK-leerlingen hebben hier geen voorrang.
Wil je weten of er voorrang is voor GOK- of niet-GOK-leerlingen in de scholen waarvoor je wilt aanmelden? In het overzicht van de vrije plaatsen kan je zien hoeveel vrije plaatsen er zijn voor jouw voorrangsgroep (GOK of niet-GOK).

Welke documenten?
Je hebt deze documenten nodig om de voorrang te krijgen:
- GOK-leerling: een van deze documenten:
- een bewijs dat het gezin een schooltoeslag (Groeipakket) kreeg in het schooljaar 2021-2022 of in het schooljaar 2022-2023
- een verklaring op eer dat de moeder geen diploma van het secundair onderwijs heeft, geen studiegetuigschrift van het 6de leerjaar van het beroepssecundair onderwijs (bso), of geen gelijkwaardig studiebewijs
- Niet-GOK-leerling: je hebt geen documenten nodig.
Hoe inschrijven?
Zowel in het kleuter- en lager onderwijs als in het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs meld je je kind aan tijdens de aanmeldingsperiode. Je geeft bij de aanmelding aan of je tot de voorrangsgroep GOK of tot de voorrangsgroep niet-GOK behoort. Je kan maar voor één van beide voorrangsgroepen in aanmerking komen (GOK of niet-GOK).
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:
Leerlingen van dezelfde campus buitengewoon onderwijs
Waar geldt deze voorrang?
Deze voorrang geldt alleen in het 1ste jaar van het buitengewoon secundair onderwijs.
Wie heeft voorrang?
Gaat je kind nu al naar het buitengewoon basisonderwijs? En wil je het volgend schooljaar inschrijven in het buitengewoon secundair onderwijs, op dezelfde campus? Dan krijg je voorrang.
Welke documenten?
Je hebt geen documenten nodig om deze voorrang te bewijzen.
Hoe inschrijven?
Leerlingen van dezelfde campus moeten bij de aanmelding of inschrijving aangeven dat ze van dezelfde campus zijn.
Meer informatie over de inschrijvingsprocedure: