Wie heeft voorrang?

Wat betekent voorrang?

Als je kind voorrang heeft, komt je kind eerder aan de beurt bij de verdeling van de vrije plaatsen. Je kunt je kind ook aanmelden zonder voorrang, ook dan maak je kans op een plaats. Je kind krijgt dan wel pas een plaats nadat kinderen met voorrang een plaats kregen.

Er zijn verschillende soorten voorrangen. Je kind kan in aanmerking komen voor meerdere voorrangen tegelijkertijd. Er zijn wel een aantal voorrangen die je niet kunt combineren.  

Alle info vind je verder op deze pagina.

Let op:

  • Je hebt enkel voorrang in bepaalde periodes. Kijk per onderwijsniveau wanneer je voorrangsgroep moet aanmelden of inschrijven.
  • Bezorg de juiste bewijsdocumenten op tijd. Doe je dat niet, dan vervalt je voorrang.
  • Hoe worden de plaatsen verdeeld en wie krijgt eerst voorrang? Meer info over hoe de plaatsen verdeeld worden.

Broers, zussen en kinderen van personeel

Waar geldt deze voorrang? 

  • het kleuter- en lager onderwijs
  • het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs
  • het buitengewoon basisonderwijs
  • het buitengewoon secundair onderwijs

Wie heeft voorrang?

Eerst hebben broers en zussen voorrang die ook kinderen van personeel zijn, daarna de andere broers en zussen en ten slotte de andere kinderen van personeel.

Broers en zussen

Heb je al een kind op een Nederlandstalige school in Brussel en wil je een broer of zus  inschrijven in dezelfde school? Dan heb je voorrang op die school. Het gaat om:

  • broers en zussen (met 2 gemeenschappelijke ouders) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
  • halfbroers en halfzussen (met 1 gemeenschappelijke ouder) die al dan niet op hetzelfde adres wonen
  • kinderen die op hetzelfde adres wonen, maar geen gemeenschappelijke ouder(s) hebben
Kinderen van schoolpersoneel

Werk je op een Nederlandstalige school in Brussel? Dan heb je voorrang als je je kind inschrijft in de school waar je werkt. Je komt in aanmerking voor de voorrang als je een contract hebt van meer dan 104 dagen.

Welke documenten?

Om je voorrang te bewijzen, heb je het rijksregisternummer nodig:  

  • van de broer of zus die al naar de school gaat
  • en/of van het personeelslid dat op de school werkt

Bezorg de school ook een attest van gezinssamenstelling en/of de (kids-)ID van de broer/zus die al naar school gaat.

Hoe inschrijven?

De procedure voor broers, zussen en kinderen van personeel verschilt afhankelijk van het onderwijsniveau: 

  • In het kleuter- en lager onderwijs: broers, zussen en kinderen van personeel melden aan, vóór alle andere kinderen. Pas na de aanmelding kunnen ze zich inschrijven in de school.
  • In het 1ste leerjaar secundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs (met aanmelding): broers, zussen en kinderen van personeel melden online aan, samen met alle andere kinderen. Ze hebben wel voorrang op de andere kinderen bij de verdeling van de plaatsen. Let op: kreeg je kind een plaats in een school van hogere keuze, waar je geen voorrang hebt? Dan vervalt je voorrang. Bijvoorbeeld: je 1ste en 2de schoolkeuze zijn scholen waar je geen voorrang hebt als broer, zus of kind van personeel. Je 3de keuze is een school waar je deze voorrang wel hebt. Na de aanmeldingen krijgt je kind een plaats in de 2de school. Je kind staat dan op de wachtlijst van de 1ste school, maar je plaats vervalt in de school van 3de keuze, ook al had je daar voorrang bij de aanmelding.
  • In het buitengewoon basisonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs (zonder aanmelding): broers, zussen en kinderen van personeel schrijven in, vóór alle andere kinderen.

Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:

Terug naar boven

Voorrang Nederlandstalige ouder

Waar geldt deze voorrang? 

  • het kleuter- en lager onderwijs (65% van de plaatsen)
  • het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs (65% van de plaatsen)
  • het 2de tot en met het 7de jaar van het secundair onderwijs (55% van de plaatsen)
  • het buitengewoon basisonderwijs (55% van de plaatsen)
  • het buitengewoon secundair onderwijs (55% van de plaatsen)

Wie heeft voorrang?

Leerlingen met minstens één ouder die genoeg Nederlands spreekt. Zij krijgen voorrang voor 65% van het totaal aantal plaatsen in het kleuter-, lager en 1ste leerjaar van het secundair onderwijs.

In de hogere jaren van het secundair onderwijs en in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs, hebben deze leerlingen voorrang voor 55% van de plaatsen.

Welke documenten?

Om te bewijzen dat je als ouder genoeg Nederlands spreekt, heb je twee soorten documenten nodig:

  1. Een bewijs van je kennis van het Nederlands. Dat kan via een van de volgende documenten:
    • een Nederlandstalig diploma van minstens secundair onderwijs
    • een Nederlandstalig getuigschrift van het 2de leerjaar van de 3de graad secundair onderwijs of een gelijkwaardig Nederlandstalig studiebewijs
    • een bewijs dat de ouder minstens een niveau Nederlands B2 heeft: een studiebewijs van een school of een niveau-attest van het Huis van het Nederlands
    • een SELOR-attest van ‘voldoende kennis’ van het Nederlands, of hoger
    • een bewijs dat de ouder 9 jaar regelmatig les heeft gevolgd in het Nederlandstalig lager en secundair onderwijs (een attest van de scholen)
       
  2. Een bewijs van de relatie tussen de ouder en de aangemelde leerling, via een van deze documenten:
    • een kopie van de kids-ID (voorkant met de naam van de ouders)
    • of een kopie van de geboorteakte
    • of een attest van gezinssamenstelling (uittreksel uit het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister)

Hoe inschrijven?

De procedure voor leerlingen met minstens één Nederlandstalige ouder verschilt per onderwijsniveau:

  • In het kleuter- en lager onderwijs en in het buitengewoon onderwijs (met aanmelding): deze leerlingen melden aan, samen met alle andere kinderen. Ze hebben wel voorrang bij de verdeling van de plaatsen.
  • In het 1e leerjaar A en B van het secundair onderwijs: deze leerlingen melden aan, samen met alle andere kinderen, maar hebben voorrang bij de verdeling van de plaatsen. Let op: je kan deze voorrang niet combineren met de voorrang voor leerlingen die vanaf de start van de leerplicht Nederlandstalig basisonderwijs gevolgd hebben. Meer info over mogelijke combinaties van voorrangen.
  • In de hogere jaren van het secundair onderwijs en in het buitengewoon onderwijs (zonder aanmelding): deze leerlingen moeten inschrijven tijdens de inschrijvingsperiode waarin zij voorrang hebben. Nadien hebben ze geen voorrang meer.

Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:

Terug naar boven

Voorrang Nederlandstalig basisonderwijs

Waar geldt deze voorrang? 

Deze voorrang geldt alleen in het 1ste jaar van het secundair onderwijs.

Wie heeft voorrang?

Leerlingen die vanaf de start van de leerplicht steeds les gevolgd hebben in een Nederlandstalige basisschool in Vlaanderen of Brussel, krijgen voorrang voor 15% van de plaatsen. Meer informatie over de leerplicht.

Welke documenten?

Je hebt geen documenten nodig om deze voorrang te bewijzen. Het LOP Brussel Secundair Onderwijs vraagt deze informatie ter controle op bij de Vlaamse overheid.

Hoe inschrijven?

In het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs meld je je kind aan tijdens de aanmeldingsperiode. Je geeft bij de aanmelding aan of je tot de voorrangsgroep behoort.

Let op: je kunt de voorrang Nederlandstalige basisonderwijs niet combineren met de voorrang Nederlandstalige ouder. Meer info over mogelijke combinaties van voorrangen.

Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:

Terug naar boven

Voorrang GOK- of niet-GOK

Waar geldt deze voorrang? 

  • het kleuter- en lager onderwijs
  • het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs

Wie heeft voorrang?

GOK staat voor ‘gelijke onderwijskansen’. In sommige scholen is er voorrang voor ‘GOK-leerlingen’. In andere scholen is er voorrang voor ‘niet-GOK-leerlingen’.

Je kind is een ‘GOK-leerling’ als

  • de moeder van het kind geen diploma secundair onderwijs heeft
  • of als het gezin een schooltoeslag kreeg in 2022-2023 of 2023-2024.

Je kind is een ‘niet-GOK-leerling’ als

  • de moeder van het kind minstens een diploma secundair onderwijs heeft 
  • en als het gezin geen schooltoeslag kreeg in 2022-2023 en 2023-2024.

Let op: je kind is een ‘GOK-leerling’ of een ‘niet-GOK-leerling’. Je kunt de voorrang GOK en niet-GOK dus niet combineren bij de aanmelding. Meer info over mogelijke combinaties van voorrangen.

Waar heb je voorrang?

Er is voorrang voor ‘GOK-leerlingen’ in scholen waar er minder GOK-leerlingen zitten dan gemiddeld in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. GOK-leerlingen hebben hier voorrang voor 20% van de plaatsen. Niet-GOK-leerlingen hebben in deze scholen geen voorrang.

Er is voorrang voor ‘niet-GOK-leerlingen’ in scholen waar er meer GOK-leerlingen zitten dan gemiddeld in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Niet-GOK-leerlingen hebben hier voorrang voor 20% van de plaatsen. GOK-leerlingen hebben in deze scholen geen voorrang.

Wil je weten of er voorrang is voor GOK- of niet-GOK-leerlingen in de scholen waarvoor je wilt aanmelden? In het overzicht van de vrije plaatsen kun je zien hoeveel vrije plaatsen er zijn voor jouw voorrangsgroep (GOK of niet-GOK).

Welke documenten?

Je hebt deze documenten nodig om de voorrang te krijgen:  

  • GOK-leerling: een van deze documenten:
    • een bewijs dat het gezin een schooltoeslag (Groeipakket) kreeg in het schooljaar 2022-2023 of in het schooljaar 2023-2024
    • een verklaring op eer dat de moeder geen diploma van het secundair onderwijs heeft, geen studiegetuigschrift van het 6de leerjaar van het beroepssecundair onderwijs (bso), of geen gelijkwaardig studiebewijs
       
  • Niet-GOK-leerling: je hebt geen documenten nodig.

Hoe inschrijven?

Zowel in het kleuter- en lager onderwijs als in het 1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs meld je je kind aan tijdens de aanmeldingsperiode. Je geeft bij de aanmelding aan of je tot de voorrangsgroep GOK of tot de voorrangsgroep niet-GOK behoort. Je kunt maar voor één van beide voorrangsgroepen in aanmerking komen (GOK of niet-GOK). 

Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:

Terug naar boven

Campusvoorrang buitengewoon onderwijs

Waar geldt deze voorrang? 

Deze voorrang geldt alleen in het 1ste jaar van het buitengewoon secundair onderwijs.

Wie heeft voorrang?

Gaat je kind nu al naar het buitengewoon basisonderwijs? En wil je het volgend schooljaar inschrijven in het buitengewoon secundair onderwijs, op dezelfde campus? Dan krijg je voorrang, zolang er plaats is.

Welke documenten?

Je hebt geen documenten nodig om deze voorrang te bewijzen.

Hoe inschrijven?

Leerlingen van dezelfde campus moeten bij de aanmelding of inschrijving aangeven dat ze van dezelfde campus zijn.

  • In de scholen met aanmelding: deze leerlingen melden aan, samen met alle andere kinderen. Ze hebben wel voorrang bij de verdeling van de plaatsen.
  • In de scholen zonder aanmelding: deze leerlingen moeten inschrijven tijdens de inschrijvingsperiode waarin zij voorrang hebben. Nadien hebben ze geen voorrang meer.

Meer informatie over de inschrijvingsprocedure:

Terug naar boven

Kom je in aanmerking voor verschillende voorrangen?

Je kind kan in aanmerking komen voor één soort voorrang, maar ook voor meerdere voorrangen tegelijkertijd. Sommige voorrangen kun je niet combineren. Hieronder vind je een overzicht:

Wanneer je in aanmerking komt voor verschillende voorrangen, maak je meer kans op een plaats. Je kunt je kind ook aanmelden zonder voorrang. Je kind krijgt dan wel pas een plaats nadat kinderen met voorrang een plaats kregen. Meer info over hoe de plaatsen verdeeld worden.

Kleuter- en lager onderwijs

Je kunt voor meerdere van deze voorrangen tegelijkertijd in aanmerking komen:  

  • Broers, zussen en kinderen van personeel
  • Voorrang Nederlandstalige ouder
  • Voorrang GOK of niet-GOK

Deze voorrangen kun je niet combineren:

  • GOK en niet-GOK: je kind is een ‘GOK-leerling’ of een ‘niet-GOK-leerling’

Terug naar boven

1ste leerjaar A en B van het secundair onderwijs

Je kunt voor meerdere van deze voorrangen tegelijkertijd in aanmerking komen:

  • Broers, zussen en kinderen van personeel
  • Voorrang Nederlandstalige ouder of voorrang Nederlandstalig basisonderwijs
  • Voorrang GOK of niet-GOK

Deze voorrangen kun je niet combineren:

  • Voorrang Nederlandstalige ouder en voorrang Nederlandstalig basisonderwijs: kom je in aanmerking voor de twee voorrangen Nederlands? Dan moet je één van de twee kiezen bij de aanmelding. Krijg je bericht dat je gekozen voorrang is afgekeurd? Dan kun je nog kiezen voor de andere voorrang Nederlands. Pas dit aan in je dossier vóór het einde van de aanmeldingsperiode en duid de andere voorrang Nederlands aan. Wil je je dossier nadien nog wijzigen? Contacteer dan de helpdesk van het LOP Brussel Secundair Onderwijs.
  • GOK en niet-GOK: je kind is een ‘GOK-leerling’ of een ‘niet-GOK-leerling’

Terug naar boven

2de tot 7de jaar van het secundair onderwijs

In de hogere jaren van het secundair onderwijs is er maar één voorrang:

  • Voorrang Nederlandstalige ouder

Er is geen voorrang voor broers, zussen en kinderen van personeel, Nederlandstalig basisonderwijs, GOK of niet-GOK.

Terug naar boven

Buitengewoon basisonderwijs

Je kunt voor meerdere van deze voorrangen tegelijkertijd in aanmerking komen:

  • Broers, zussen en kinderen van personeel
  • Voorrang Nederlandstalige ouder

Terug naar boven

Buitengewoon secundair onderwijs

Je kunt voor meerdere van deze voorrangen tegelijkertijd in aanmerking komen:

  • Broers, zussen en kinderen van personeel
  • Voorrang Nederlandstalige ouder
  • Campusvoorrang

Terug naar boven